De laatste periode is aangebroken en daarom dus ook mijn laatste
boekverslag van dit jaar. Voor de laatste keer dan maar. Ik heb geprobeerd
Reize door het Aapenland te lezen. Na heel hard zoeken op internet en omstreken
is het me helaas niet gelukt om het volledige boek te vinden, maar delen ervan
wel. Dus voor de allerlaatste keer dit schooljaar: Here we go!
Reize door het Aapenland is geschreven door J.A. Schasz. J.A. Schasz is een
pseudoniem van Gerrit Paape. In Reize door het Aapenland gaat het om de
hoofdpersoon, die alles kwijtraakt op het moment dat zijn vrouw, dienstmeisje,
paard en hond in het water vallen. De hoofdpersoon kan maar 1 persoon redden,
maar kan niet kiezen wie. De dorpsbewoners zijn boos op hem en jagen achter hem
aan. Het verhaal wordt steeds erger naarmate hij verder van huis komt en hij
moet vluchten voor zijn leven. De hoofdpersoon vlucht naar het Aapenland. In
het Aapenland willen de apen ook mens worden. De ene kant van de groep apen
denkt dat dit kan gebeuren door de staarten af te hakken en de andere helft van
de apen denkt dat ze zich van binnenuit moeten veranderen.
In het verhaal wordt geprobeerd een Utopie te maken, en gaat in op de tijd
zelf. De ene kant van de groep stelt de orangisten voor en de andere groep de
patriotten. Dit waren de twee grote politieke stromingen in de tijd van Paape.
Met dit boek had Paape kritiek op de samenleving, daarom ook het pseudoniem
Schasz.
De verdere opdracht houdt in dat ik twee brieven moet schrijven. De eerste
van mij naar een persoon in die tijd en andersom alsof ik terug schrijf.
De eerste brief:
Geachte heer Paape,
Of moet ik heer Schasz zeggen. Mijn naam is Eva en ik kom uit de toekomst.
Ik heb uw boek gelezen en er viel me een ding op. U probeert een utopie te
maken voor de apen. De apen beschouwen de menselijke samenleving als perfect.
Ze willen daarom ook graag mensen worden. Ik vraag me af, zocht u ook echt naar
de perfecte samenleving of was het alleen maar een manier om de fouten in uw
samenleving aan het licht te stellen. Ik zal misschien moeten vermelden dat de
strijd tussen de orangisten en de patriotten over is. In mijn tijd is de
tegenstelling niet meer zo groot. Er zijn niet echt twee aparte stromingen. Ik
kan u wel vertellen dat we nog steeds een koning hebben, maar die eigenlijk
alleen nog maar ceremonieel is en niet veel macht meer heeft. In mijn tijd is het
zo dat de macht meer bij bedrijven ligt. De overheid doet alsof ze heel
belangrijk is, maar de campagnes worden gesponsord door de grote bedrijven. Ik
hoop dat mijn brief iets meer verteld over de veranderingen. Na mijn verhaal
zal u niet denken dat we nu een goede samenleving hebben, maar ik moet u
misschien ook vertellen dat we tot zoveel informatie kunnen beschikken dat we
door de bomen het bos niet meer zien. Verder hebben in Nederland de meeste
mensen een dak boven hun hoofd en stromend warm water. Ik hoop dat u wat heeft
aan deze informatie.
Met vriendelijke groet,
Eva van Bastelaar
Mijn tweede brief:
Geachte heer/ mevrouw,
Hierbij schrijf ik een brief. Deze brief is bijzonder, omdat ik niet weet
hoe het daar nu is. Of op deze plek. Ik ben een meisje van veertien jaar oud en
heb een redelijk leven hier. Mijn ouders zijn rijk en het ontbreekt me aan
niets. Af en toe loop ik langs de sloppenwijken in mijn stad en vraag me af hoe
het leven daar is. Ik heb wel van horen zeggen dat het daar niet helemaal goed
is, maar weet verder niet veel te vertellen. Mijn vader beschermt me tegen de
boze buitenwereld. Ik zal u wat vertellen over het leven dat ik leef. Ik mag
niet naar school, omdat ik een meisje ben. Mijn broertje mag wel. Ik hoef
gelukkig niet de hele dag alleen te zijn. Ik krijg borduurles van mijn moeder,
maar heel erg veel tijd heeft ze niet. Elke zondag ga ik naar de kerk. Ik
geloof wel dat er iets is wat de wereld heeft geschapen, maar weet niet
helemaal welk verhaal ik moet geloven. Volgens mijn ouders heeft god de wereld gecreƫerd,
maar dat geloof ik niet altijd. Ze zeggen dat het leven een voorbereiding is op
de dood, maar ik geloof dat de dood een einde is van het leven en dat het leven
hier op aarde een geschenk is waar we niet te licht over moeten denken. Ik hoop
dat iemand dit ooit leest en een brief verder schrijft voor andere mensen in de
toekomst. Maak deze brief opnieuw en stop hem samen met uw brief in een doos.
In de hoop dat deze ooit gevonden wordt.
Met vriendelijke groet,
Maria van Amstel