Opdrachten Nederlands
literatuurgeschiedenis
Een pennenproef als begin.
Opdrachten
1.
Wat is een pennenproef?
De monniken schreven vroeger met
een veer. Om de zoveel tijd moest die veer geslepen worden. Op te kijken
of hij het weer deed schreven ze ergens achterin het boek een kort zinnetje.
Dit was vaak het eerste wat in ze opkwam.
In welke periode
werd oud-Nederlands gesproken?
Van ca. 800 to
1150
2.
Leg op de grond van de tekstpagina Lied van heer
Halewijn uit welke eigenschappen van mondeling overgeleverde literatuur daarin
naar voren komen.
Aan
de opbouw zie je dat de literatuur vaak in rijmvorm word geschreven. Zo kon het
makkelijk onthouden hoe het verhaal ging dit gebeurde ook via zingen omdat het
nog makkelijker is om het te onthouden als iets op melodie staat.
Hoofsheid
Opdrachten
1.
Welke invloed hadden de kruistochten op de
hoofse cultuur?
De
mensen die op kruistocht gingen waren onder de indruk van de Arabische
gebruiken. Hierna begon de hoofse cultuur zich ook in Europa te ontwikkelen.
Wat was het belangrijkste
principe van hoofse omgangsnormen?
Dat je elkaar
respectvol behandeld.
2.
Leg uit in hoeverre de kruistochten van belang
zijn geweest voor het schrijven van deze roman.
Tijdens
de kruistochten ontmoeten de mensen veel nieuwe mensen kennen. Het scheelde ook
leerden de Europeanen hier nieuwe gebruiken kennen.
Ridderliteratuur
Opdrachten
1.
– Wat zijn de voornaamste verschillen tussen
Karel- en Arthur romans.
Karelromans waren vaak over
oorlogen en veel vechten terwijl de Arthur romans juist om de hoofsheid gingen.
Welke
voorbeeldfunctie hadden de ridderromans voor het oorspronkelijke publiek?
De voorbeeld functie was dat ze
wilden dat hoe wist hoe je je moest gedragen.
2. Leg op de grond van de tekstpagina Karel ende
Elegast uit welke typische eigenschappen van ridderschap daarin naar voren
komen.
Je moest
altijd trouw blijven aan de koning. Als je dat deed zou het goed met je komen.
Voorbeeldige levens:
Opdrachten
1.
– Wat was het einddoel voor de middeleeuwse mens
? Hoe dacht hij dat te kunnen bereiken?
Het einddoel was om de hemel te
bereiken en dat deden ze door goed te leven en niet te stelen niet te
veermoorden enz.
Waarom was het
leven van Jezus het voorbeeld bij uitstek?
Hij leefde goed en gaf mensen zijn geloof
door.
2.
Lees de pagina over het leven van Liedewij. In
hoeverre lijkt haar levensloop op het leven van Jezus, dat als hét voorbeeld
van een voorbeeldig leven werd beschouwd? Noem zowel overeenkomsten als
verschillen.
Verschil: ze
bad niet en gaf haar geloof niet door
Overeenkomst:
Ze zijn allebei in staat om te leiden voor de rest van de mensheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten